Pēteris Vasks -The fruit of silence
Rīgas Doma kora skolas jauktais koris | Mixed Choir of Riga Cathedral Choir School
Diriģents | Conductor Jurģis Cābulis
Koncertmeistare | Pianist Ilze Kalniņa
Oefennummer. |
Pēteris Vasks (Aizpute (Letland), 16 april 1946) is een Lets componist, geboren als zoon van een predikant (Baptist).
Biografie[
Zijn eerste compositie schreef hij toen hij 8 jaar oud was. Zijn muzikale opleiding begon aan de Emīls Dārziņš-muziekschool in Riga vervolgens aan de Litouwse Muziekacademie in Vilnius, waar hij voornamelijk contrabas studeerde bij Vitautas Sereika. Van 1963 tot 1978 was hij dan ook contrabassist bij de Litouwse Nationale Filharmonie (1966-1969), het Kamerorkest van Letland (1969-1970) en het Orkest van de Letse Omroep (1971-1974).
Daarnaast studeerde hij van 1973 tot 1978 compositie aan de Letse Muziekacademie (Riga) bij Valentin Utkin. Hij verwerkt oude Letse muziek in zijn composities en zijn muziek gaat meestal over de strijd van mens en natuur; de schoonheid, maar tegelijk ook de dreiging van de natuur. Zoals wel vaker componisten uit de wat noordelijker gelegen gebieden, wijst hij met zijn muziek ook bij de bedreigingen naar de natuur toe, zoals toenemende ontbossing etc.
Sinds 1994 is Vasks erelid van de Letse Academie voor Wetenschappen en sinds 2001 is hij lid van de Koninklijke Zweedse Muziekacademie.
Pēteris Vasks zette de Latijnse versie van het Onze vader (Pater Noster) op muziek in 1991. Alhoewel niet specifiek geschreven ter nagedachtenis van zijn vader, leidde het overlijden van zijn vader wel tot het componeren van dit werk.
Geschiedenis
Vasks komt uit een protestants milieu uit Letland (zijn vader was predikant) en liep daardoor tegen een aantal problemen aan met het schrijven van kerkmuziek:
- Tijdens de overheersing door de Sovjet-Unie was het niet toegestaan kerkmuziek te componeren; deed je dat wel, dan was je gedoemd die muziek alleen voor jezelf te schrijven of dat het werk in de la verdween om er nooit meer uit te komen; er waren geen redenen om dergelijke muziek te schrijven;
- na de val van de Sovjet-Unie en de geleidelijke onafhankelijkheid van Letland van Rusland, kwam er een "hausse" aan componisten die ineens wel gelovig waren en ook ineens kerkmuziek gingen schrijven; Vasks wilde niet de naam hebben daarbij te horen, dus stelde uit;
- Vasks was gewend alleen maar seculiere muziek te componeren, dan wel muziek gebaseerd op volksmuziek uit Letland en omgeving;
- Vasks vindt zelf dat je enige volwassenheid moet hebben om dergelijke muziek te kunnen schrijven; voor 1991 was dat kennelijk niet het geval;
- Vasks was lid van de protestantse geloofsgemeenschap, die het Latijn banden; toonzetting van een Latijnse tekst was nieuw voor hem.
Compositie
Om te wennen aan het schrijven van kerkmuziek heeft hij eerst de Letse tekst getoonzet, daarna de Latijnse. Vasks gebruikt naast het koor alleen strijkers. In zijn andere kerkcomposities heeft hij andere combinaties geprobeerd, maar de combinatie strijkers/koor levert volgens hem het beste op. De begeleidende strijkers klinken statig, gedragen en licht tegelijk; het geeft de compositie een lichtheid, die klassieke muziek uit Scandinavië wel vaker heeft. Daarin verschilt het bijvoorbeeld van muziek van Alan Hovhaness, die eenzelfde statigheid heeft, maar somberder klinkt.
“The fruit of silence is prayer, the fruit of prayer is faith, the fruit of faith is love, the fruit of love is service and the fruit of service is peace.” ― Mother Theresa