Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
La Sonnambula, Act II: "Qui la selva è più folta" (Coro) ·
Orchestra del Teatro La Fenice, Nello Santi, Coro del Teatro La Fenice
Vincenzo Bellini (Catania, 3 november 1801 - Puteaux, 23 september 1835)

Deze jong gestorven componist die oorspronkelijk begraven lag op Père Lachaise te Parijs is in 1876 herbegraven in de Dom van Catania, Sicilië. Hij heeft de tijd gevonden tien opera's te componeren in zowat evenveel jaren. Met Gaetano Donizetti en Gioacchino Rossini behoort hij tot de romantische pre-Verdi-generatie die een zwak hebben voor lyrische aria's en een belangrijk deel van het belcanto-repertoire leverden. Hij studeerde compositie in Napels bij Zingarelli. In 1827 ging zijn derde opera Il Pirata (De piraat) in première in het Teatro alla Scala te Milaan. Het libretto is van Felice Romani en gebaseerd op een toneelstuk van de Ierse schrijver R.C. Maturin: Bertram, The Castle of St. Aldobrando. De opera werd vrij snel ook in andere landen opgevoerd, onder meer in Londen, Parijs en New York.
In 1829 volgde de vijfde opera, eveneens in het Teatro alla Scala: La Straniera (De vreemdelinge), wederom op een libretto van Romani naar Vicomte d'Arlincourts roman L'Étrangère. Ook deze opera kende nog tijdens Bellini's leven uitvoeringen in Londen, Parijs en New York. Nauwelijks een jaar later ging zijn zesde opera in première, ditmaal in Venetië: I Capuleti e i Montecchi (De Capulets en de Montagues). Romani baseerde zich voor het libretto op een eerste versie van het Romeo en Julia-verhaal geschreven voor een andere componist Vaccai. Het succes bleef aanhouden. Ook in Dresden en Gent kwam de opera op de affiche.
La sonnambula (De slaapwandelaarster), nog steeds met Romani als librettist, ging in première in maart 1831 in het Carcano-theater in Milaan en zwermde uit over Europa en Noord-Amerika. De rol van Amina was een der favoriete rollen van Maria Callas, evenals de titelrol in de volgende Bellini-opera, te weten Norma, die in het Teatro alla Scala werd gecreëerd in december 1831 en die tot op heden de meest gespeelde van zijn werken is. Het libretto is opnieuw afkomstig van Romani, naar de gelijknamige tragedie van L.A. Soumet. De beroemde aria Casta Diva is een van de hoogtepunten van deze opera.
Met zijn negende opera, Beatrice Di Tenda, trokken Bellini en Romani opnieuw naar het Teatro La Fenice in Venetië, waar de première in maart 1833 plaatsvond, hoewel het verhaal zich in Milaan afspeelt. De componist heeft nauwelijks twee en een halve maand over de partituur gedaan. De opera werd nogal sceptisch onthaald. Heden ten dage zijn de meningen over dit drama verdeeld.
Voor zijn laatste opera trok Bellini naar Parijs. I puritani ging daar in première in het Italiaans Theater in januari 1835. De librettist is Graaf Pepoli. Het verhaal speelt tijdens de burgeroorlog in Engeland.
Deze opera's worden nog vrij geregeld opgevoerd, vaak in concertante vorm. Naast Maria Callas had ook Joan Sutherland een zwak voor de titelrollen.

La sonnambula (De slaapwandelaarster) is een opera semiseria in twee bedrijven van Vincenzo Bellini op een Italiaans libretto door Felice Romani, naar een ballet-pantomime door Eugène Scribe.
La sonnambula ging in première in het Teatro Carcano in Milaan op 6 maart 1831 en is Bellini's meest pastorale werk. Het kende een onmiddellijk succes en wordt nog geregeld uitgevoerd. De titelrol van Amina is berucht vanwege zijn moeilijkheid. Vele grote sopranen hebben deze rol in de loop der jaren uitgevoerd, onder meer Adelina Patti, Jenny Lind, Maria Malibran, Lina Pagliughi, Lily Pons, Maria Callas, Joan Sutherland, Anna Moffo, Renata Scotto, Edita Gruberová, June Anderson, Luba Orgonasova, Natalie Dessay, Anna Netrebko en Cecilia Bartoli.

Het verhaal

Eerste bedrijf
Eerste toneel: Een dorp, een molen op de achtergrond
Lisa, de eigenaresse van een herberg, wordt verteerd door jaloezie als de verlovingsstoet van Amina en Elvino, die eens verloofd was met haar, nadert. Ze wijst de verliefde Alessio af. Amina dankt haar vrienden voor hun vriendelijke wensen en in het bijzonder haar pleegmoeder Teresa, eigenaresse van de molen, die haar als wees adopteerde. Ze bedankt Alessio, die het huwelijkslied heeft gecomponeerd en het feest heeft geregeld. Ze wenst hem geluk met het hofmaken van Lisa, die nog altijd zijn avances afwijst. Elvino komt aan, die onderweg was gestopt bij het graf van zijn moeder om haar om een zegen voor Amina te vragen. Hij geeft Amina zijn moeders ring en zij wisselen geloften uit.
Een vreemdeling arriveert die de weg vraagt naar het kasteel. Lisa wijst erop dat het laat wordt en dat hij het niet zal bereiken voor het donker wordt en biedt hem onderdak in haar herberg aan. De nieuwkomer, die de dorpelingen verrast met zijn bekendheid met de plaats, vraagt naar de feestelijkheden en bewondert Amina, die hem herinnert aan een meisje dat hij ooit liefhad. Hij bekent ooit te hebben verbleven in het kasteel, wiens heer vier jaar geleden overleed. Teresa vertelt dat diens zoon enkele jaren daarvoor is verdwenen. De vreemdeling verzekert hen evenwel dat hij in leven is en terug zal keren.
Wanneer de duisternis valt waarschuwen de dorpelingen hem dat het tijd is om naar binnen te gaan om de dorpsgeest te vermijden, maar hij is niet bijgelovig en verzekert hen dat zij weldra zullen zijn bevrijd van de geestverschijning. Elvino is jaloers vanwege de bewondering van de vreemdeling voor Amina. Hij is zelfs jaloers op de briesjes die haar strelen, maar hij belooft haar dat hij zal veranderen.

Tweede toneel: Een kamer in de herberg
Lisa vertelt de vreemdeling dat hij is herkend als Rodolfo, de lang verloren zoon van de graaf, en waarschuwt hem dat het dorp hem een officieel welkom voorbereidt. Intussen zal zij de eerste zijn die hem respect betuigt. Zij is gevleid wanneer hij een flirt met haar begint, maar rent naar buiten en laat een zakdoek vallen, wanneer buiten een geluid klinkt.
Het is Amina, die de kamer slaapwandelend binnenkomt. Rodolfo beseft dat haar nachtelijke omzwervingen de bron zijn voor het verhaal van de dorpsgeest, staat op het punt misbruik te maken van haar hulpeloze toestand, maar is getroffen door haar duidelijke onschuld en houdt zich in. Zij valt in slaap op de sofa en hij gaat naar buiten als de dorpelingen worden gehoord die naar de herberg komen om hun nieuwe heer te verwelkomen. Lisa wijst op de slapende Amina en Elvino wijst haar boos af, in de veronderstelling dat zij hem ontrouw is. Slechts Teresa gelooft in haar onschuld.

Tweede bedrijf
Op weg naar de graaf om hem te laten getuigen van Amina's onschuld ontmoeten de dorpelingen Amina en Teresa, op dezelfde missie. Elvino wijst nog steeds Amina af, zelfs wanneer de graaf een boodschap zendt dat zij onschuldig is. Elvino is niet overtuigd en neemt de ring terug, hoewel hij niet in staat is haar beeld uit zijn hart te rukken.

Tweede toneel: Het dorp, als in het eerste bedrijf
Elvino heeft besloten Lisa te huwen. Zij staan op het punt naar de kerk te gaan wanneer Rodolfo tracht uit te leggen dat Amina onschuldig is aangezien zij niet wakend in zijn kamer is gekomen – zij is een somnambuliste, een slaapwandelaarster –, maar Elvino weigert hem te geloven.
Teresa smeekt de dorpelingen stil te zijn, aangezien Amina eindelijk uitgeput in slaap is gevallen. Wanneer zij hoort van het aanstaande huwelijk spreekt zij Lisa aan, die zegt dat zij nooit alleen is aangetroffen in de kamer van een man. Teresa laat de zakdoek zien die Lisa had laten vallen. De graaf weigert commentaar te geven, maar blijft Amina's onschuld betuigen. Elvino vraagt om bewijs, dat op dramatische wijze wordt geleverd wanneer Amina wordt gezien terwijl zij slaapwandelt over de gevaarlijke want hoge en wankele molenbrug. Rodolfo waarschuwt dat haar wekken haar fataal zou worden, en allen zien haar als zij haar verloving en haar verdriet vanwege Elvino's afwijzing opnieuw beleeft. Wanneer zij de andere zijde veilig bereikt, roept Elvino haar en zij wordt wakker in zijn armen, tot vreugde van allen.
Terug naar de inhoud