Koorpartij-oefening

Koorpartij-Oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening
Koorpartij-oefening.nl
Ga naar de inhoud
Motet Singet dem Herrn ein neues Lied (BWV 225)  
Nederlandse Bachvereniging
Stephan MacLeod, dirigent
“Hier moet een compleet orkest aan worden toegevoegd”, zo schreef Mozart op zijn kopie van Bachs motet 'Singet dem Herrn'. Hij was erg enthousiast over het stuk, dat werd uitgevoerd als verrassing toen hij in 1789 de Thomasschule in Leipzig bezocht. Op zijn verzoek kreeg hij een kopie. Volgens het verslag dat Johann Friedrich Rochlitz tien jaar later van de gebeurtenis maakte, zou Mozart zelfs geroepen hebben: “Daar kan je nog eens wat van opsteken!”   

Singet dem Herrn ein neues Lied (BWV 225; duur ca. 13 minuten) is een motet in drie delen voor 8-stemmig dubbelkoor, geschreven na 1726.
Mogelijk is het werk geschreven voor Nieuwjaar of voor Reformatiedag. Maar het motet zou ook als een feestelijk motet voor de verjaardag van August I van Saksen kunnen zijn bestemd; grafologisch onderzoek wees uit dat het werk in 1727 geschreven is, juist het jaar dat August I van een ernstige ziekte herstelde. Gezien de orthodox Lutherse vreugdevolle voorbereiding op de dood als een verlossing van het aardse leven met zijn zorgen en onvolkomenheden is het echter niet onmogelijk dat ook dit motet voor een begrafenis is geschreven. Maar enige zekerheid over de bestemming is er niet.
De opbouw van het motet in de delen is snel – langzaam – snel, met een stretto effect in het laatste deel. Het werk combineert traditionele kenmerken van het motet met vernieuwingen: het gebruik van een 8-stemmig dubbelkoor is kenmerkend, maar het gebruik van een koor om een fuga uitwerking te begeleiden in het eerste deel is nieuw. Bach gebruikt traditioneel Bijbelse en koraalteksten, maar in aparte delen en niet samen. Ook gebruikt Bach aria-achtige koralen, zoals weliswaar vaker toegepast in het Duitse motet, maar hij plaatst ze niet traditioneel aan het eind van het werk maar integreert ze in het motet zelf. In het motet maakt Bach gebruik van contrapunt, typisch voor het genre, maar dan in echte fuga's.
Het eerste deel is een dankzeggingslied, gebaseerd op Psalm 149:1-3, derde stanza van Johann Gramanns hymne Nun lob, mein Seel, den Herren en een anonieme tekst, en bestaat uit een deel in vrije stijl (in de vorm van een toccata), gevolgd door een fuga dat op zich een motet binnen het motet vormt. In het vrije deel (Singet dem Herrn) is er een dialoog tussen de koren: het tweede koor begint, met eenlettergrepige uitroepen, het eerste koor aan te sporen te zingen en dit koor antwoordt met een melismatisch vreugdezang. De aansporingen gaan door in de opening van het fugadeel Die Kinder Zion, het meest bijzondere deel van het motet, gezongen door het eerste koor. Het lange fuga subject wordt uitgewerkt in de volgorde S-A-T-B in koor 1, met begeleidend materiaal in koor 2 met gebruikmaking van tekst en muziek uit het openingsdeel. Zodra de bas-partij begint, beginnen de stemmen met het subject in omgekeerde volgorde T-A-S in beide koren tegelijk met begeleidend materiaal dat niet door de stemmen wordt gebruikt die nog met de fuga bezig zijn. De zich opstapelende stemmen in de fuga, samen met de zich geleidelijk samenvoegende stemmen in elk koor geven een krachtige climax aan het werk. Ook in het tweede deel (door Bach 'aria' genoemd) is er een dialoog, in de vorm van een smeekbede: het koraal Wie sich ein Vater erbarmet wordt door het tweede koor gezongen en onderbroken door het eerste koor met Gott, nimm dich ferner unser an. Het derde deel, gebaseerd op Psalm 150:2, Lobet den Herrn is een terugkeer naar het concertante deel en leidt naar een fuga waarin de twee koren vierstemmig de Heer prijzen (Alles was Odem hat)
Singet dem Herrn is zonder gelijke in het motetrepertoire, zowel vanuit het oogpunt van opzet en muzikale complexiteit als wat virtuoze eisen voor de uitvoerders betreft.
Terug naar de inhoud